In de jaren 80 begon Wally Cochran van de Australische Vereniging voor Hulphonden met het ontwikkelen van een allergievriendelijke hulphond. Dit om de hulpbehoevende mensen die een allergie hadden toch een hulphond aan te kunnen bieden. Hij begon met het kruisen van een Poedel (allergievriendelijk en intelligent) met een Labrador (intelligent en een ongelooflijke will tot please) en gaf de nieuw ontstane hond de naam Labradoodle.
De resultaten waren hoopgevend maar nog niet helemaal wat ervan verwacht werd. Zijn werk werd professioneel verdergezet door Tegan Park en Rutland Manor.
Zij mengden er 4 andere rassen door ( infusions) namelijk de:
Engelse Cocker Spaniel
Amerikaanse Cocker Spaniel
Ierse Water Spaniel
Curly Coated Retriever
Dit werd uiterst zorgvuldig en met kennis van zaken gedaan om bepaalde eigenschappen en kenmerken weg te fokken en andere er net in te fokken. Dit resulteerde in de Australian Labradoodle die niet ruit en geen lichaams- of vachtgeur afgeeft (gedaan dus met de nattehondengeur) en bovendien in meer dan 95% van de gevallen geen allergische reactie veroorzaakt.
De Australian Labradoodle is dus echt wel veel meer dan een kruising tussen een Labrador en een Poedel. Er werd ruim 30 jaar selectie op vacht en karakter gedaan door ervaren fokkers om tot de prachtige hond te komen die wij nu kennen als de Australische Labradoodle. Zeg dus nooit Labradoodle tegen een Australische Labradoodle😉.